Jn 3, 1-5.10
Mc 1, 14-20
Het evangelie van
vandaag vertelt ons over één van de eerst ontmoetingen van Jezus. Het is het begin van een vriendschap zonder
einde, een broederlijkheid die ver voorbij de eigen familie gaat. Deze vriendschap is geen gebeurtenis uit het
verleden. Ook vandaag nog is dat dé
manier om christen te zijn, om die broederlijkheid van Jezus met zijn
leerlingen opnieuw te beleven.
Want eigenlijk
heeft Jezus ook ieder van ons geroepen om zijn leerling te zijn. En dus zijn wij samen de leerlingen van
Jezus, zoals broers en zussen, maar dan in het geloof. Als je gedoopt wordt, wordt je opgenomen in
de wereldwijde familie van leerlingen van Jezus. Christen zijn is een weg van ontmoeting, met
Jezus en met de anderen.
Jezus spreekt met
gezag, hij roept de leerlingen en zegt heel eenvoudig: Kom, volg mij. Jezus is geen generaal die met een stevig
leger achter zich zijn wil kan opleggen.
Maar zijn gezag is niet minder sterk.
Kom en volg mij, ik zal van jullie vissers van
mensen maken.
Dat is christen
zijn, Jezus volgen. Naar zijn evangelie
komen luisteren; dat we elke keer een beetje beter begrijpen. En hoe meer we naar de woorden van Jezus
luisteren, hoe meer we de anderen als broers en zussen zullen zien. En niet alleen de christenen, ook de joden,
de moslims, de boeddhisten, degenen die zonder God of geloof leven… Elke bewoner van deze aarde is voor ons een
kind van God en moet dus met respect en liefde behandeld worden, alsof het
Jezus zelf is.
Wij zijn niet zo
anders dan die Simon en Andreas, die bezig waren met hun werk van elke
dag. Het waren vissers en ze waren hun
netten aan het uitwerpen, zoals ze elke dag deden.
Op dat moment
komt Jezus bij hen. Kom en volg mij, ik
zal van jullie vissers van mensen maken.
Hetzelfde gebeurt een beetje later met Jakobus en Johannes, die ook met
hun netten in de weer zijn. Alle vier
laten ze hun netten achter. Die netten,
dat zijn hun gewoontes van altijd. Die
leerlingen horen Jezus en laten hun oude leven achter, om nieuwe mensen te worden. Als je écht naar de woorden van Jezus
luistert, kan je niet dezelfde blijven.
Maar waarom
zouden ze die jonge meester volgen?
Waarom zouden ze hun bezigheden van altijd achterlaten? Die netten, dat was toch dé manier om in
leven te blijven, daar waren ze goed in, dat deden ze al jaren en kenden ze
door en door…
Jezus stelt niet
een heel programma voor, doet niet een hele uitleg zodat de leerlingen kunnen
beslissen of het wel of niet hun ding is.
Hij zegt enkel: kom achter mij aan, zie wat ik doe, leer van mij en je
zal een visser van mensen worden. Jouw
leven zal veel meer waard worden, je zal je kleine vissersdorpje verlaten en je
zal de wereld zien en dingen doen die je nooit had gedacht en mensen ontmoeten
waar je nog nooit van hebt gehoord.
Jezus vraagt hen
eigenlijk om niet langer alleen voor zichzelf te leven maar hun hart te openen
voor de liefde van God, een liefde voor alle mensen die alle grenzen
overstijgt.
De vissers laten
meteen hun netten achter. Ja, er is
haast bij. Ons leven duurt niet eeuwig,
we kunnen niet altijd uitstellen tot morgen.
Er is haast om de liefde van God in de wereld te brengen, er is zoveel
nood aan goed nieuws, aan evangelie, aan de liefde voor de anderen die groter
is dan de liefde voor onszelf.
Deze leerlingen
gaan al mee, zelfs als ze nog niet alles begrepen hadden. Dat moeten wij ook doen, al op weg gaan met
Jezus, wetend dat we nu nog niet alles begrijpen maar dat elke stap een stap
dichter bij de Heer is.
Laten wij zoals
de eerste leerlingen luisteren naar de stem van Jezus die zegt: Kom en volg mij
en laten wij alles achterlaten wat ons doet leven voor onszelf.